De financiële impact van het woonadres van de kinderen na de scheiding
Wanneer ouders gaan scheiden, moeten zij afspraken maken over de verdeling van de zorg voor hun kinderen. Vervolgens moet ook worden vastgelegd waar de kinderen na de scheiding staan ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (BRP), de hoofdverblijfplaats. Er bestaat nogal eens het misverstand dat de hoofdverblijfplaats van een kind na een scheiding door de ouders zelf kan worden gekozen. Dit is nadrukkelijk niet het geval. Als de ouders het gezamenlijk gezag hebben, moet het kind worden ingeschreven waar het hoofdzakelijk verblijft. Alleen bij co-ouderschap, waarbij het kind bij beide ouders min of meer evenveel tijd verblijft, kunnen de ouders kiezen bij welke ouder het kind wordt ingeschreven.
Co-ouderschap en hoofdverblijfplaats
Bij co-ouderschap behoort een kind tot twee huishoudens. Een kind kan echter in de BRP maar op één adres worden ingeschreven. De ouders moeten daarom samen afspreken bij welke ouder het kind/de kinderen worden ingeschreven. Als ouders het daar niet over eens kunnen worden zal de rechter hierover een knoop moet doorhakken. Deze zal het belang van het kind vooropstellen en er zijn voorbeelden waarin de rechter het financiële belang van een ouder ook liet meewegen.
Wat is dan het financiële belang?
Het financiële belang van de hoofdverblijfplaats van een kind is gelegen in het aanvragen van kinderbijslag en als gevolg daarvan het recht op kindgebonden budget. Dit laatste kan oplopen tot wel € 6.840 voor een alleenstaande ouder met 1 kind.
Bij co-ouderschap ligt het iets ingewikkelder. De kinderbijslag kan in dat geval op verzoek gesplitst aan de ouders worden uitbetaald. Het recht op kindgebonden budget blijft echter bij de ouder die de kinderbijslag aanvraagt. De aanvrager van de kinderbijslag hoeft niet degene te zijn bij wie het kind staat ingeschreven. Bij meerdere kinderen kunnen beide ouders aanvrager zijn van de kinderbijslag, ook als alle kinderen op één adres staan ingeschreven. Dit heeft als voordeel dat beide ouders, die in gelijke mate zorgdragen voor de kinderen, na de scheiding in aanmerking komen voor het extra hoge kindgebonden budget voor een alleenstaande ouder. Uiteraard ontvangt elke ouder alleen het kindgebonden budget voor het kind waarvoor deze de kinderbijslag heeft aangevraagd en moet daarbij aan alle overige voorwaarden worden voldaan. Wat in de gevolgen en mogelijkheden zijn hangt ook af van de leeftijd van de kinderen en de inkomens van de ouders.
Deze financiële aspecten kunnen bij het vaststellen van de zorgregeling natuurlijk een rol bij spelen maar de zorgregeling mag niet uitsluitend daarop gericht zijn. Het is van belang dat de zorgrelging echt past bij wat jullie kinderen nodig hebben en praktisch uitvoerbaar is. Als een zorgregeling na een scheiding niet aansluit bij de realiteit, kan dit tot grote problemen leiden. Mogelijk moeten er zelfs toeslagen worden terugbetaald. Een deskundige scheidingsbegeleider kan jullie informeren over de financiële gevolgen en mogelijkheden passend bij jullie specifieke situatie.